Geluid

We nemen geluid waar als er trillingen in de lucht zijn, luchtdrukverschillen of ook wel geluidsgolven. De frequentie van geluid (lengte van de geluidsgolf) bepaalt welke toonhoogte we horen. De geluidsterkte (hoogte van de geluidsgolf) wordt weergegeven in decibel. De meeste mensen kunnen een geluidniveau van 0 dB net waarnemen. Het menselijk oor filtert het geluid. Dat wil zeggen dat sommige frequenties door de hersenen versterkt worden en andere juist gedempt. Daarom worden geluidniveaus weergegeven in dB(A): dit is het geluidniveau zoals het menselijk oor dit waarneemt.

Afbeelding geluidniveaus

Schadelijk geluid
Schadelijk geluid is het niveau van het geluid boven 80 dB (A). Voor “gemiddelde mensen” betekent dit dat er bij een blootstelling vanaf 80 dB (A) gedurende 8 uur per dag, vijf dagen per week en bij 40 dienstjaren schade kan ontstaan. Omdat de decibelschaal een logaritmische maat is geldt dat men bij een geluidsniveau van 83 dB(A) maximaal 4 uur mag bloot mag staan, bij 86 dB(A) 2 uur, enzovoort. Dat betekent een verdubbeling van het geluid (3 dB) een halvering van de blootstellingstijd. Zie onderstaand figuur.

Figuur 1. Maximale veilige blootstellingsduur per dag

Figuur 1. Maximale veilige blootstellingsduur per dag

Bij hinderlijk geluid is geen sprake van gehoorschade, mits onder de 80 dB(A) en zonder piekgeluiden. Wel kan hinderlijk geluid, zelfs bij lage geluidniveaus, leiden tot ernstige stress en allerlei effecten hebben zoals slechte spraakverstaanbaarheid, het gevoel van onvoldoende privacy, concentratieverlies etc. In deze Arbocatalogus zullen we ons beperken tot schadelijk geluid.

Geluidblootstelling bij het dakdekken
Bij het dakdekken worden verschillende machines en gereedschappen gebruikt die geluid produceren. De hoogte van de geluidniveaus verschillen per machine/stuk gereedschap, maar een brander produceert al snel 86-88 dB(A), een dakzaag meer dan 100 dB(A) en bij grind zuigen/blazen zijn in het verleden waarden gemeten boven 105 dB(A). 
Let bij aanschaf van deze machines/gereedschappen in ieder geval op de geluidproductie.

Effecten
Het meest bekende effect van blootstelling aan te veel lawaai is doofheid. Gehoorschade door lawaai begint meestal in het frequentiegebied tussen 3000 Hz en 6000 Hz. 
Een ander veelvoorkomend effect is tinnitus; je hoort dan steeds een fluittoon, piep of suizen.
Daarnaast kan lawaai ook leiden tot de zogenaamde ‘niet-auditieve’ effecten:

  • Hartkloppingen
  • Slecht slapen, vermoeid, prikkelbaar
  • Nerveusheid
  • Verhoogde bloeddruk
  • Maagdarmstoornissen

Als zwangere vrouwen blootgesteld worden aan te veel lawaai, dan kan het gehoor van het ongeboren kind beschadigen.

Wanneer de geluidsbelasting te hoog is en te lang aanhoudt en vaak voorkomt kan gehoorbeschadiging optreden. Daarnaast kunnen extreem hoge maar korte geluidsniveaus ook voor gehoorbeschadiging zorgen (denk aan de vuurwerkknallen met oud en nieuw).

Beoordelen geluidsniveau
Als er op een werkplek sprake is van schadelijk geluid, moet het geluidsniveau nader geïnventariseerd wordt. Een vuistregel om vast te stellen of er sprake is van een schadelijke geluidniveaus is als twee mensen op een meter afstand van elkaar met stemverheffing moeten praten om elkaar te kunnen verstaan. 

De nadere inventarisatie bestaat uit metingen. Geluidsmetingen zijn ook nodig om de effectiviteit van genomen maatregelen vast te stellen.

Metingen: indicatief
Met apps op smartphones kan iedereen geluidsmetingen doen. Met dit soort metingen krijg je een indicatie van de geluidsniveaus. Bijvoorbeeld in het kader van de RI&E of om collega’s of management te overtuigen dat er sprake is van schadelijke geluidniveaus. Ze zijn niet geschikt om het geluidsniveau te toetsen aan de wettelijke grenswaarden.

Belangrijk is het volgende:

  • Tijdens de meting houd je de smartphone op de hoogte van je hoofd (oren).
  • De meetwaarde die je uitleest is in dB(A).
  • Meet over een wat langere periode (minuten).
  • Herhaal de metingen tenminste drie keer.
  • De metingen zijn niet geschikt voor vaststellen van piekniveaus (kortdurende, hoge geluidsniveaus).
  • De uitkomsten zijn indicatief. De meetwaarden kunnen nogal verschillen per type smartphone.
  • De uitkomsten geven een beeld van de taak-blootstelling. Dat is het gemiddelde geluidsniveau tijdens de handeling. De daggemiddelde blootstelling is afhankelijk van hoe lang je deze bewerking doet en de geluidsblootstelling gedurende de rest van de werkdag.

Metingen: uitgebreid
Goede, betrouwbare geluidsmetingen uitvoeren is werk voor vakmensen en wordt verricht met gekalibreerde, betrouwbare geluidsmeters. Deze metingen zijn ook kostbaarder.

Dit soort metingen is verplicht om te toetsen of de wettelijke normen worden. De uitvoering en rapportage volgt NEN-EN-ISO 9612. Verder zijn uitgebreide metingen zinvol in de volgende situaties:

  • Om goed de geluidsbron(nen) in beeld te brengen.
  • Om te bepalen welke technische beheersmaatregelen getroffen kunnen worden.
  • Als onderbouwing voor het maken van kosten (beheersmaatregelen).
  • Als onderbouwing voor de keuze van de juiste gehoorbescherming.
  • Bij verificatie als er bij een medewerker slechthorendheid is vastgesteld.

Maatregelen
Het Arbobesluit geeft per geluidsniveau een aantal benodigde maatregelen. Deze zijn hieronder samengevat.

Geluidsniveau Maatregelen

80 dB (A) dagdosis

of

112 Pa piekgeluidsdruk

 

  • Werknemers krijgen voorlichting.
  • Er worden technische en/of organisatorische maatregelen getroffen.
  • De werkgever biedt werknemers gehoorbescherming aan.
  • De gehoorbeschermingsmiddelen zijn zo goed dat door ze te dragen de dagdosis in het oor niet hoger is dan 80 dB(A). En de piekgeluidsdruk in het oor is niet hoger dan 112 Pa.
  • Periodiek gehooronderzoek aanbieden (audiometrie).
  • Maximaal toelaatbare niveau voor zwangeren ter bescherming van het kind (Arbobesluit).

85 dB( A) dagdosis

of

140 Pa piekgeluidsdruk

  • Technische of organisatorische maatregelen om het geluidsniveau terug te brengen tot onder de 85 dB(A).
  • De werkplekken markeren.
  • Werknemers zijn verplicht om gehoorbeschermingsmiddelen te dragen.
  • De gehoorbeschermingsmiddelen zijn zo goed dat door ze te dragen de dagdosis in het oor niet hoger is dan 80 dB(A). En de piekgeluidsdruk in het oor is niet hoger dan 112 Pa.
  • Als dit om technische redenen niet mogelijk is mag het dagdosis in het oor niet meer bedragen dan 87 dB(A) en het piekgeluidsdruk in het oor niet hoger dan 200 Pa. 

 

87 dB (A) dagdosis

of

200 Pa piekgeluidsdruk

Onmiddellijk maatregelen treffen om de blootstelling terug te brengen.

 

Bijzondere groepen medewerkers
Voor werknemers met verhoogde kwetsbaarheid (jongeren, specifieke medische aandoeningen) kan de belastbaarheid door lawaai anders zijn waardoor gezondheidsklachten eerder optreden. Voor zwangeren gaat het om het ongeboren kind te beschermen. Bovendien zijn voor jongeren en zwangere wettelijke regels van kracht.

Zwangeren: Verbod op werk waarbij het geluidsniveau hoger is dan 80 dB (A) of piekgeluidsdruk boven de 112 Pa.

Jongeren (<18 jaar): Verbod op werkzaamheden op een werkplek waarbij de dagdosis gelijk of hoger is dan 85 dB (A) of piekgeluidsdruk gelijk of hoger dan 140 Pa.

Gehoorbescherming
Er zijn verschillende vormen van gehoorbescherming: 

  • Oordoppen en –proppen  (foams, pluggen, proppen in het oor) voor eenmalig of permanent gebruik.
  • Oorkappen (over het oor).
  • Otoplastieken (op maat gemaakte gehoorbescherming voor in het oor). 

Voor dakdekkers worden otoplastieken aangeraden. Als er medische redenen zijn om die niet te gebruiken, dan oorkappen met voldoende demping. Oordoppen en oorproppen zijn voor de meeste werkzaamheden van de dakdekker ongeschikt.

Oordoppen en -proppen

Oordoppen en -proppen

Oorkappen

Oorkappen

Otoplastieken

Otoplastieken

In onderstaande tabel staan aandachtspunten bij de keuze van het type gehoorbeschermingsmiddelen.

Tabel 1
Tabel 2

Getoetst door Nederlandse Arbeidsinspectie augustus 2025

Uitwerking oplossingen

Oplossing 1 Bij aanschaf nieuwe machines en gereedschap rekening houden met geluid
Bronaanpak

Bij aanschaf van nieuwe machines of gereedschappen wordt de leverancier gevraagd om het geluidsvermogensniveau Lwa (in dB(A)) van het betreffende arbeidsmiddel. Vervolgens wordt bij de keuze voor een specifieke machine of voor een bepaald gereedschap rekening gehouden met het geluidsvermogen. Het weegt mee, net zoals kwaliteit, ergonomie, prijs et cetera mee wegen.

Toelichting:
Bij de aankoop van machines en gereedschappen is het geluidsvermogensniveau Lwa (dB(A)) een goede indicatie. Het geluidsvermogen zegt iets over de geluidsbron, onafhankelijk van de afstand tot die bron, de manier waarop het gebruikt wordt en de omgeving waarin het gebruikt wordt. Het is in feite een laboratoriumwaarde. Deze waarde kan niet vergeleken worden met de grenswaarden uit de arbowetgeving, maar deze waarde is wel erg nuttig als je verschillende merken gereedschappen met elkaar vergelijkt. Hoe lager de Lwa-waarde des te lager zal de geluidsbelasting van de gebruiker van het gereedschap zijn. 
Voor tientallen arbeidsmiddelen is er een wettelijke verplichting voor leveranciers om het geluidsniveau te vermelden (o.a. hogedrukreinigers, kettingzagen en grasmaaiers en -trimmers). 
Het geluidsvermogen of de of Lwa-waarde kan niet vergeleken worden met de grenswaarden voor geluid.

Sommige leveranciers vermelden naast het geluidsvermogen (Lwa) ook de geluidsbelasting (L in dB(A). Dat is een goede indicatie voor de feitelijke geluidsbelasting. 

Voorbeeld Haakse slijper
In de handleiding van een haakse slijper is het volgende te zien:

Afbeelding Geluidsniveau

En op de website van een andere haakse slijper:

Afb Geluidsemissie

Het geluidsvermogensniveau van de eerste (93 dB(A)) is veel lager dan van de tweede (104 dB(A)). 

Oplossing 2 Verstrekken van gehoorbeschermingsmiddelen
PBM

De werkgever verstrekt otoplastieken aan alle werkenden die (een deel van de tijd) werken in een lawaaiige omgeving. Dit zijn in ieder geval de mensen die dakbedekkingswerkzaamheden uitvoeren, regelmatig in de buurt van dakbedekkingswerkzaamheden zijn (zoals uitvoerders, toezichthouders) en mensen die in de werkplaats met lawaaiige machines werken.

Kies otoplastieken die voldoende dempen, dat wil zeggen dat ze de geluidsblootstelling terug brengen tot onder 80 dB(A). 
Veel gebruikte dakbedekkingsgereedschappen geven doorgaans een geluidniveau hoger dan 80 en sommige gereedschappen ook boven 85 dB(A). Daarom zijn otoplastieken die minimaal 15 dB(A) dempen noodzakelijk. Alleen als geluidmetingen binnen het bedrijf aangeven dat het altijd onder 90 dB(A) blijft (bijvoorbeeld door het toepassen van geluidarm gereedschap), kunnen ook otoplastieken met andere filters gebruikt worden.

De otoplastieken hebben voordeel boven gehoorkappen, zoals minder belemmering bij communicatie, minder druk op het hoofd, minder warm in de zomer, minder transpiratie, minder stof-irritatie bij ringen. Als medewerkers lichamelijke redenen hebben om andere gehoorbescherming nodig te hebben, wordt dit afgestemd met de bedrijfsarts. Bij de keuze wordt rekening gehouden met:

  • Of communicatie nodig is.
  • Of de gehoorbescherming gecombineerd kan worden met andere persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Het gebruiksgemak en de persoonlijke voorkeuren van de gebruiker heeft een doorslaggevende stem.

Oplossing 3 Jeugdigen werken niet in te hoge geluidniveaus
Individueel

Jeugdigen tot 18 jaar mogen niet werken op een arbeidsplaats waar het dagelijkse geluidsniveau gelijk of hoger is dan 85 dB(A) of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is. Uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (gehele organisatie of bepaalde projecten/klussen) moet blijken welke werkzaamheden niet uitgevoerd mogen worden door jeugdigen.
Jeugdige dakdekkers mogen in principe de volgende werkzaamheden NIET uitvoeren, tenzij met metingen is aangetoond dat bovengenoemde grenzen niet overschreden worden:
- Grind zuigen/blazen of aanwezig zijn daarbij.
- Werken met een klopboormachine of dakzaag of op een dak (of in een ruimte) waar dit gebruikt wordt.
- Werken met een bitumenketel of op een dak (of in een ruimte) waar dit gebruikt wordt.
- Langer dan een 2 uur per dag werken met of op hetzelfde dak (in dezelfde ruimte als) een steelbrander, handbrander of föhn. 

De organisatie stelt een beleid op voor jeugdigen waarin het onderwerp geluid is opgenomen. Hierin staat in ieder geval welke werkzaamheden jeugdigen niet mogen uitvoeren en de manier waarop voorlichting aan deze groep wordt geregeld.

Toelichting:
De beperkingen voor jeugdigen voor bovengenoemde activiteiten en arbeidsmiddelen zijn gebaseerd op metingen die dateren van voor 2016. Uit deze metingen bleken de volgende activiteiten/gereedschappen hogere geluidniveaus dan 85 dB(A) te geven:

  • Grind zuigen/blazen
  • Klopboormachine
  • Bitumenketel
  • Steelbrander
  • Handbrander
  • Föhn

In 2025 zal SBD nieuwe metingen laten verrichten. De resultaten worden opgenomen in de toelichtende teksten bij de arbocatalogus.

Oplossing 4 Zwangeren werken niet in te hoge geluidniveaus
Individueel

Zwangeren worden niet blootgesteld aan geluidniveaus boven 80 dB(A) of aan piekgeluiden harder dan 112 Pa. Uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (gehele organisatie of bepaalde projecten/klussen) moet blijken welke werkzaamheden niet uitgevoerd mogen worden door zwangeren.
Zwangeren mogen in principe de volgende werkzaamheden NIET uitvoeren, tenzij met metingen is aangetoond dat bovengenoemde grenzen niet overschreden worden:
- Grind zuigen/blazen of aanwezig zijn daarbij.
- Werken met een klopboormachine of dakzaag of op een dak (of in een ruimte) waar dit gebruikt wordt.
- Werken met een bitumenketel of op een dak (of in een ruimte) waar dit gebruikt wordt.
- Werken met of op hetzelfde dak (in dezelfde ruimte) als een steelbrander, handbrander of föhn. 

Als er in een organisatie vrouwen werken die op het dak werken of komen, stelt de organisatie een beleid op voor zwangeren waarin het onderwerp geluid is opgenomen. Hierin staat in ieder geval welke werkzaamheden zwangeren niet mogen uitvoeren, dat alternatieve werkzaamheden worden aangebodenen de manier waarop voorlichting aan deze medewerkers wordt geregeld.

Oplossing 5 Geef voorlichting over geluid
Voorlichting

Geef alle medewerkers die buiten werken, projecten bezoeken of in een werkplaats werken minimaal jaarlijks voorlichting over geluid. Behandel hierbij minimaal:

  • De mogelijke effecten van blootstelling aan schadelijk geluid:
    • Gehoorschade
    • Tinnitus
    • Niet auditieve effecten, zoals:
      • Hartkloppingen
      • Slecht slapen, vermoeid, prikkelbaar
      • Nerveusheid
      • Verhoogde bloeddruk
      • Maagdarmstoornissen.
  • De geluidsbronnen waar een dakdekker in het eigen bedrijf mee te maken kan krijgen, inclusief de hoogte van de geluidbelasting. Veel voorkomende geluidsbronnen zijn bijvoorbeeld:
    • Steelbrander
    • Handbrander en föhn
    • Bitumenketel
    • Haakse slijper
    • Daksnijder, daksloper
    • Veegmachines
    • Klopboormachine
    • Grind zuigen/blazen
    • Mobiele kraan
    • Aggregaten
    • Dompelpompen
    • Stofzuigers
  • Op welke manier blootstelling aan schadelijk geluid voorkomen kan worden. Dit is per situatie verschillend. Niet alle maatregelen zijn overal mogelijk. 
    Noem daarbij in ieder geval:
    • Geluid beperken door:
      • Stillere steelbranders gebruiken
      • Toerental machine beperken
      • Toevoer gas of brandstof beperken
      • Werken met scherp gereedschap
    • Minder lang in lawaai werken/zijn
      • Afwisselen van werkzaamheden
    • Afstand houden tot geluidbronnen
      • Andere personen die lawaaiig werk doen
      • Geluidsbronnen op afstand plaatsen
    • Gehoorbeschermingsmiddelen gebruiken
  • Welke gehoorbeschermingsmiddelen het bedrijf ter beschikking stelt, wat de voor- en nadelen van elk middel zijn, hoe de gehoorbeschermingsmiddelen moeten worden gebruikt en opgeslagen.
  • Dat medewerkers gebruik mogen maken van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek (in het bijzonder gehoormetingen) en dat medewerkers bij signalen, klachten of ongerustheid de bedrijfsarts mag bezoeken (open spreekuur).
    N.B. Over het algemeen kan de werknemer contact opnemen met de Arbodienst om een afspraak te maken voor een PAGO of voor een open spreekuur. Verstrek in de voorlichting de naam van Arbodienst en/of bedrijfsarts en geef aan hoe deze te bereiken is (telefoonnummer, mailadres). Als dit binnen uw bedrijf anders geregeld is, vermeld dan hoe dit binnen uw bedrijf gebeurt.
  • Welke werkzaamheden zwangeren niet mogen uitvoeren.
  • Welke werkzaamheden jeugdigen niet mogen uitvoeren.

Geluid

Artikel Arbobesluit Activiteit Oplossingen Arbocatalogus Niveau 
Oplossingen gericht op geluid
Art. 6.8 lid 1 Werkzaamheden met machines en gereedschappen Opl_01 Bij aanschaf nieuwe machines en gereedschap rekening houden met geluid Bron
Art. 6.8 lid 7 Werkzaamheden met machines en gereedschappen Opl_02 Verstrekken van gehoorbeschermingsmiddelen PBM
Art. 6.27 lid 3 Werkzaamheden in lawaaiige omgeving Opl_03 Jeugdigen werken niet in te hoge geluidniveaus  Individueel
Art. 6.29c Werkzaamheden in lawaaiige omgeving Opl_04 Zwangeren werken niet in te hoge geluidniveaus Individueel
Art. 6.11 Werkzaamheden in lawaaiige omgeving Opl_05 Geef voorlichting over geluid Voorlichting

Geluid

CAO BIKUDAK

ARTIKEL 14 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

4. De werkgever is verplicht de onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve- en/of individuele valbeveiligingsmiddelen aan de bij hem in dienst zijnde werknemer ter beschikking te stellen:
- gehoorbescherming (bijvoorbeeld otoplastieken);
- adembescherming (bijvoorbeeld een gezichtsmasker of stofkap);
- veiligheidsschoenen;
- werkhandschoenen;
- hekwerk;
- harnas met toebehoren;
- zonnebril met UV-bescherming;
- (zonne)pet met nekflap ter bescherming tegen UV-straling;
- UV-beschermende werkkleding;
- zonnebrand.

7. Indien een werknemer, naar het oordeel van de werkgever, niet of in onvoldoende mate gebruik maakt van de persoonlijke beschermingsmiddelen en/of collectieve en individuele valbeveiligingsmiddelen als genoemd in lid 4 van dit artikel, kan de werkgever – met inachtneming van het onderstaande – de betreffende werknemer een hierna te noemen sanctie opleggen. Bij geen gebruikmaking van ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen en/of collectieve en individuele valbeveiligingsmiddelen gelden de volgende sanctiebepalingen:
a. de eerste overtreding zal per aangetekend schrijven worden meegedeeld aan betrokken werknemer en wordt beschouwd als een waarschuwing;
b. de tweede overtreding zal per aangetekend schrijven worden meegedeeld en wordt beboet met een bedrag van € 100, - in te vorderen via inhouding op het netto salaris van de werknemer op de uitbetalingsdag volgend op het constateren van de tweede overtreding. Deze inhouding mag niet leiden tot betaling van een loon dat minder is dan het 
wettelijk minimum(jeugd)loon;
c. de derde overtreding wordt beschouwd als een dringende reden in de zin van artikel 7: 678, lid 2 sub h en j BW, waarop ontslag op staande voet met onmiddellijke ingang kan worden gegeven.

8. Indien de werkgever de in de leden 1, 2 en 4 genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve en/of individuele valbeveiligingsmiddelen niet heeft verstrekt, is de werknemer niet verplicht zijn werkzaamheden aan te vangen dan wel heeft hij het recht bedoelde werkzaamheden te beëindigen na zijn werkgever daarvan in kennis te hebben gesteld.
De werkgever is in dat geval verplicht het loon door te betalen.