Hitte, koude, tocht, wind, neerslag, zon, onweer (klimaat)

Bescherming tegen UV-straling

Pet met nekflap - bescherming tegen felle zon

Een dakdekker heeft te maken met dauw, regen, vorst en sneeuw die een dak glad kunnen maken. Wanneer het vriest, hard waait of regent, wordt het werk risicovoller. Ook hoge buitentemperaturen en zon (blootstelling aan UV) brengen risico’s met zich mee, zoals concentratieverlies en verbranding van de huid.

Hitte, koude, tocht, wind, neerslag, zon, onweer (klimaat)

Werken in warm weer

Werken in warm weer

Bronaanpak
Bronaanpak is niet mogelijk.

Collectieve maatregelen
Pas werkorganisatie aan:
Overleg met eigen personeel, opdrachtgever en overige derden over mogelijk korter en/of anders werken en/of het werk neerleggen vanwege: 

  1. hitte/warmte
  2. UV-straling door zon
  3. koude
  4. storm, wind en tocht
  5. neerslag/sneeuw
  6. onweer

Collectieve maatregelen per omgevingsfactor:

  1. Hitte/warmte
  • Werk niet aanvangen / neerleggen
  • Aangepaste werktijden
  • Pas materiaal/materieel/personeel planning aan
  • Organiseer taakroulatie van werknemers
  • Regel afgeschermd werken
  • Bepaal de (gevoels)temperatuur in de buitenlucht
  • Zorg voor alternatieve producten
  • Regel op de buitenomstandigheden afgestemde schaft- en rustgelegenheid
  1. UV-straling door zon
  • Werk niet aanvangen / neerleggen
  • Aangepaste werktijden
  • Pas materiaal/materieel/personeel planning aan
  • Regel afgeschermd werken
  • Beperk blootstelling aan UV straling door de zon
  • Regel op de buitenomstandigheden afgestemde schaft- en rustgelegenheid
  1. Koude
  • Werk niet aanvangen / neerleggen
  • Aangepaste werktijden
  • Pas materiaal/materieel/personeel planning aan
  • Organiseer taakroulatie van werknemers
  • Regel afgeschermd werken
  • Bepaal de (gevoels)temperatuur in de buitenlucht
  • Gladheidbestrijding door zand, zout, kleikorrels, grit  e.d. te strooien
  • Zorg voor alternatieve producten
  • Regel op de buitenomstandigheden afgestemde schaft- en rustgelegenheid
  1. Storm, wind en tocht
  • Werk niet aanvangen / neerleggen
  • Aangepaste werktijden
  • Pas materiaal/materieel/personeel planning aan
  • Zorg vanaf windkracht 5 voor passende voorzieningen:
    Pas ballast toe, gebruik netten e.d. bij het op- en wegwaaien van materiaal (ook gevaar voor derden)
  • Vanaf windkracht 6 geen ladders inzetten
  • Boven windkracht 8 werkzaamheden stilleggen
  • Regel op de buitenomstandigheden afgestemde schaft- en rustgelegenheid
  1. Neerslag, sneeuw
  • Werk niet aanvangen / neerleggen
  • Aangepaste werktijden
  • Pas materiaal/materieel/personeel planning aan
  • Sneeuwvrij maken van de werkplek
  • Gladheidbestrijding door zand, zout, kleikorrels, grit  e.d. te strooien
  • Regel op de buitenomstandigheden afgestemde schaft- en rustgelegenheid
  1. Onweer
  • Werk niet aanvangen / neerleggen

Individuele maatregelen per omgevingsfactor

  1. Hitte/warmte
  • PBM: juiste beschermende (huidbedekkende) werkkleding, helm, gehoorbescherming, handschoenen, veiligheidsschoenen op het werk/weer afgestemd (S3 - S5)
  • Zonnebril met UV-bescherming, (zonne)pet met nekflap ter bescherming tegen UV-straling, UV-beschermende werkkleding, zonnebrandcrème
  1. UV-straling door zon
  • PBM: juiste beschermende (huidbedekkende) werkkleding, helm, gehoorbescherming, handschoenen, veiligheidsschoenen op het werk/weer afgestemd (S3 - S5)
  • Zonnebril met UV-bescherming, (zonne)pet met nekflap ter bescherming tegen UV-straling, UV-beschermende werkkleding, zonnebrandcrème
  1. Koude
  • PBM: juiste beschermende (huidbedekkende) werkkleding, helm, gehoorbescherming, handschoenen, veiligheidsschoenen op het werk/weer afgestemd (S3 - S5) 
  • Thermische onderkleding
  1. Wind en tocht
  • PBM: juiste beschermende (huidbedekkende) werkkleding, helm, gehoorbescherming, handschoenen, veiligheidsschoenen op het werk/weer afgestemd (S3 - S5)
  1. Neerslag, sneeuw
  • PBM: juiste beschermende (huidbedekkende) werkkleding, helm, gehoorbescherming, handschoenen, veiligheidsschoenen op het werk/weer afgestemd (S3 - S5)
  • Regenkleding, doorwerkkleding

6.   Onweer

  • Werk niet aanvangen / neerleggen

Meer informatie

Hitte, koude, tocht, wind, neerslag, zon, onweer (klimaat)

Werkplek in de winter

Werkplek in de winter

Hitte, koude, tocht, wind, neerslag, zon, onweer (klimaat)

Bescherming tegen UV-straling

Bescherming tegen UV-straling

CAO BIKUDAK
 

ARTIKEL 8 ARBEIDSDUUR EN ARBEIDSTIJDEN, LID 2

c. De normale arbeidstijden liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.30 uur. De dagelijkse arbeids- en rusttijden worden door de werkgever, na redelijk overleg met en met instemming van een representatief deel van de 
werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteld.

d. Bij een verwachte buitentemperatuur van 25 graden Celsius of hoger kan de werkgever een tropenrooster instellen. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 uur.

CAO ONWERKBAAR WEER BIKUDAK

ARTIKEL 4 ONWERKBAAR WEER EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

4. De werkgever is verplicht de onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve- en/of individuele valbeveiligingsmiddelen aan de bij hem in dienst zijnde werknemer ter beschikking te stellen bij hitte:

- zonnebril met UV-bescherming;

- (zonne)pet met nekflap ter bescherming tegen UV-straling;

- UV-beschermende werkkleding;

- zonnebrand.

6. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten bij sneeuw of ijzel of indien sprake is van een glad dak.

7. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten indien sprake is van een gevoelstemperatuur van – 6 graden Celsius of lager volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het object waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.

8. De werknemer is niet verplicht zijn werkzaamheden in de buitenlucht aan te vangen dan wel voort te zetten bij een temperatuur van 40 graden Celsius of hoger, gemeten op een hoogte van 1,50 meter boven de werkplek.

 

ARTIKEL 5 ONDERBREKING WEGENS VORST EN SNEEUWVAL

1. Indien niet kan worden gewerkt wegens vorst, de directe gevolgen van vorst of door aanwezigheid van een sneeuwdek, is de werkgever verplicht het loon door te betalen tenzij sprake is van een door het UWV toegekende WW-uitkering vanwege onwerkbaar weer. Dit is tevens van toepassing wanneer er sprake is van een gevoelstemperatuur van - 6 graden Celsius of lager, zoals bedoeld in artikel 4, lid 7 van deze CAO. Hierbij geldt niet de voorwaarde dat er sprake moet zijn van vorst.

2. Over elke volle dag, dat ten gevolge van de in het vorige lid bedoelde oorzaken niet gewerkt kan worden, verstrekt de werkgever op de aan de werknemer toegekende WW-uitkering een aanvulling tot 100% van het voor de werknemer geldende individueel overeengekomen loon.

3. De werkgever is gehouden de werknemer direct na de onderbreking op te roepen en weer aan het werk te stellen en de werknemer is gehouden direct na de onderbreking het werk te hervatten.