Daglicht en verlichting

Verlichting - beveiliging lichtstraat

Lichtstraat

In de winter zijn de dagen korter dan in de zomer. Dat kan aan het begin en het einde van de werkdag tot onveilige situaties leiden.

Arbeidsplaatsen en verbindingswegen zijn zodanig verlicht dat het aanwezige licht geen risico oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers.

In gebouwen geldt dat werkplekken en gangen voldoende verlicht moeten zijn. Op werkplekken moet indien mogelijk voldoende daglicht binnenkomen. De verlichting moet veilig zijn zodat gevaar voor ongevallen wordt voorkomen. In werkvertrekken waar direct zonlicht binnenvalt, moet zonlicht geweerd kunnen worden.

Daglicht en verlichting

Bouwlamp

Verlichting op de werkplek

Op het dak

Bronaanpak
Bronaanpak is niet mogelijk

Collectieve maatregelen

  • Begin later en eindig eerder met werk
  • Zorg voor doelmatige werkverlichting
  • Voorkom hinder door schaduwwerking, spiegeling en verblinding
  • Stem de lichtsterkte af op de aard van het werk

Individuele maatregelen

  • Geef specifieke instructie aan personeel
  • Voer werkzaamheden op een beter verlichte plek uit
  • Gebruik hoofdlampje
  • In besloten ruimten werkverlichting met laagspanning inzetten

Op kantoor

Bronaanpak

  • Verlichting aanwezig op werkplekken en in gangen (daglicht of kunstlicht)
  • Zonwering aanwezig in werkvertrekken waar direct zonlicht binnenvalt

Collectieve maatregelen

  • Zorg voor doelmatige werkverlichting
  • Voorkom hinder door schaduwwerking, spiegeling en verblinding
  • Stem de lichtsterkte af op de aard van het werk

Individuele maatregelen

  • Indien nodig (bij indirecte verlichting) verstelbare werkpleklamp

 

Daglicht en verlichting

Arbobesluit: Artikel 6.3 Daglicht en kunstlicht

Arbobesluit: Artikel 6.4 Weren van zonlicht

Daglicht en verlichting

Hoge temperatuur op het dak

Hoge temperatuur op het dak

CAO BIKUDAK

ARTIKEL 8 ARBEIDSDUUR EN ARBEIDSTIJDEN, LID 2

c.  De normale arbeidstijden liggen van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.30 uur. De dagelijkse arbeids- en rusttijden worden door de werkgever, na redelijk overleg met en met instemming van een representatief deel van de werknemers in zijn onderneming respectievelijk op het werkobject, vastgesteld.

d.   Bij een verwachte buitentemperatuur van 25 graden Celsius of hoger kan de werkgever een tropenrooster instellen. De normale arbeidstijd begint dan om 05.30 uur.