Elektrocutie en verbranding / brandgevaar

Brandblusser

Brandblusser

Elektriciteit is de belangrijkste energiebron voor licht, beweging, warmte en signalen op de bouwplaats. Bij elektriciteit denken we dikwijls niet aan gevaar en we gaan er soms routinematig mee om. Werken met elektriciteit is gevaarlijk wanneer de veiligheidsvoorschriften niet worden opgevolgd. Gevaar ontstaat ook als gereedschap aangepast of gerepareerd wordt door iemand anders dan een voldoende onderricht en daartoe bevoegd persoon.
Het in contact komen met elektriciteit kan op twee manieren plaatsvinden:

  • aanraking van delen die stroom voeren (bijvoorbeeld bovengrondse leidingen);
  • aanraking van delen die door een defect in de installatie, een slechte staat van onderhoud of als gevolg van een onjuist gebruik onder spanning staan;

De gevolgen hiervan kunnen verschillen:

  • stroomdoorgang door het lichaam met brandwonden en zelfs elektrocutie tot gevolg;
  • secundaire ongevallen (bijvoorbeeld vallen van hoogte door een schrikreactie);
  • brand/explosie (bijvoorbeeld door overbelasting, verhitting, kortsluiting).

Het werken met een brander, föhn en hete bitumen (gietmethode, bitumenketels) kan leiden tot brandwonden. Ook kan brand ontstaan door het gebruik van een brander of föhn in combinatie met brandbare materialen, of na het aanbrengen van (licht) ontvlambare producten. Werken met gas kan leiden tot een explosie. 

Elektrocutie en verbranding / brandgevaar

Brandblussers aanwezig

Brandblussers aanwezig

ELEKTROCUTIE EN VERBRANDING

Bronaanpak

Bronaanpak is niet mogelijk.

Collectieve maatregelen

  • Neem kennis van de machineveiligheid (instructie leverancier/fabrikant)
  • Stroom direct vanuit verdeelkast
  • Haspels/verdeelkast voorzien van aardlekschakelaar
  • Juiste kabels en haspels: rol deze geheel uit
  • Na werk of bij pauze: installatie spanningsloos
  • Kabels, stekkers en contactdozen niet in het water
  • Machinebeveiligingen handhaven: dodemansknop of noodstop

Individuele maatregelen

  • Zorg dat EHBO middelen beschikbaar zijn
  • PBM-gebruik: antistatische schoenen en werkkleding e.d.

BRANDGEVAAR

Bronaanpak

  • Vermijd het gebruik van open vuur

Collectieve maatregelen

  • Werk volgens NEN 6050: voorkomen van brandgevaarlijke situaties
  • Beperk de hoeveelheid brandbaar materiaal op het dak
  • Voer jaarlijkse keuring van o.a. gasslangen, koppelingen, branders uit (zie toolbox werken met en transporteren van gas)
  • Gasslangen mogen niet ouder zijn dan twee jaar; in het derde jaar na fabricage dient de slang vervangen te worden
  • Beperk gebruik van gasflessen en zorg voor adequaat transport
  • Gastanks opstellen buiten bereik van vallende voorwerpen
  • De gastanks rondom afschermen, bijvoorbeeld met hekwerk
  • Verplaatsen van de tank, alleen in lege toestand
  • Plaatsen van waarschuwingsborden “roken en open vuur verboden’
  • Let op de aanwezigheid van een thermostaat bij de bitumenketel
  • Plaats de bitumenketel in een metalen lekbak op een onbrandbare ondergrond

Individuele maatregelen

  • Zorg voor specifieke kennis over het gebruik van branders/föhns
  • Houd handbranders, brander blokken, bitumenketel, föhns e.d. schoon
  • Zet branders/föhns tijdens werkonderbreking uit
  • Zorg voor juiste opslag/verdeling van materiaal op het dak
  • Houd rekening met windrichting
  • Voorkom oververhitting van bitumen- en kunststof dakbedekkingsmaterialen
  • Zorg voor opgeruimde looproute en werkplek: b.v. let op uitgerolde kabels
  • Denk aan de aanwezigheid van brandblusmiddelen/blusdeken en houd deze in stand
  • PBM: huidbedekkende en brandvertragende werkkleding, leren handschoenen en werkschoenen

 Meer informatie

Toolbox SBD Werken met en transporteren van gas

Elektrocutie en verbranding / brandgevaar

EHBO-trommel

EHBO-trommel

CAO BIKUDAK

ARTIKEL 14  ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

1. De werkgever is verplicht ervoor zorg te dragen dat bij werkzaamheden op het dak minimaal 2 brandblussers van 12 kg per stuk aanwezig zijn.

2. De werkgever dient ervoor zorg te dragen dat op het werk een deugdelijke EHBO-doos voorhanden is.

4. De werkgever is verplicht de onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve- en/of individuele valbeveiligingsmiddelen aan de bij hem in dienst zijnde werknemer ter beschikking te stellen:
      -     gehoorbescherming (bijvoorbeeld oordoppen);
      -     adembescherming (bijvoorbeeld een gezichtsmasker of stofkap);
      -     veiligheidsschoenen;
      -     werkhandschoenen;
      -     hekwerk;
      -     harnas met toebehoren;:
      -     zonnebril met UV-bescherming;
      -     (zonnepet) met nekflap ter bescherrming tegen Uv-straling;
      -     UV-beschermende werkkleding;
      -     zonnebrand.